![]() |
||
De
Amerikaanse schrijver/onderzoeker Raymond Bayless was de eerste die (al
in 1956) onverklaarbare stemmen en geluiden waarnam op bandrecordertapes
en er onderzoek naar begon te doen. Het stemmenfenomeen werd in eerste
instantie direct gekoppeld aan de paranormale begaafdheden van Attilla von
Szalay, waar hij experimenten mee uitvoerde. Inmiddels is uit talrijke onderzoeken,
waaronder veel door "amateurs", gebleken dat deze verschijnselen
zich overal voordoen, zonder dat daar een bijzondere mediamieke begaafdheid
voor nodig is. Dat wil zeggen : de schaal waarop dit gebeurt maakt dat onwaarschijnlijk.
Zeker weten doen we na al die tijd nog steeds niets. |
||
![]() |
||
Op 12 juni 1959 nam de Zweedse film- maker/kunstenaar Friedrich Jürgenson vogelgeluiden op in zijn tuin. Wat hij hoorde bij het afluisteren van de band was een zonderling geruis met op de achtergrond wat vogelgekwetter. Ook een trompetsolo was te horen en een mannenstem die het ,opmerkelijk genoeg, had over nachtelijke vogelstemmen. Omdat hij niewsgierig was naar de herkomst (er was op het moment van opname in de wijde omtrek niemand die verantwoordelijk kon worden gehouden voor deze geluiden), ging hij meer opnamen maken. Tot zijn verbijstering kreeg hij na verloop van tijd een groot aantal stemmen door, waarvan een aantal beweerde overleden te zijn. Ook mensen die hij bij leven had gekend maakten hun opwachting en de boodschap was over het algemeen positief : ze hadden het goed. | ||
Gedreven door de resultaten schreef Jürgenson uiteindelijk zijn
boek :"Sprechfunk mit verstorbenen". Het complete boek is overigens
kostenloos in de Engelse taal te downloaden bij de The
Friedrich Jürgenson Foundation
in PDF-formaat. Door dit boek kreeg het stemmenfenomeen
uiteindelijk grote bekendheid. Ook de wetenschap
kreeg er lucht van en met name de Duitse parapsycholoog Hans Bender
deed onderzoek naar de verrichtingen van Jürgenson. Bender achtte het stemmenfenomeen
als zodanig wetenschappelijk bewezen, maar waagde zich niet aan een conclusie
over de herkomst van het verschijnsel. Wetenschappelijk was (en is) nog
niet te bewijzen dat er sprake is van contacten met een "hiernamaals". Jürgenson
deed daar minder moeilijk over en was er van overtuigd dat hiermee het bewijs
was geleverd van de onsterfelijkheid van de menselijke ziel. |
Een andere naam die onlosmakelijk met bandstemmen is verbonden, is die van Konstantin Raudive. Toen deze, van oorsprong, Letse filosoof in 1967 Jürgenson's boek had gelezen, zocht hij contact met de auteur. Samen deden ze een aantal experimenten. Op een gegeven moment ging Raudive zelf onderzoek doen, in eerste instantie om vast te stellen of het verschijnsel zich ook voordeed los van Jurgenson's persoon. Hij had succes en | ![]() |
|
legde
in
de loop der jaren duizenden stemmen vast op de geluidsband.Zijn boek "Breakthrough"
verscheen in 1971 en zette wereldwijd velen aan zelf experimenten op te
zetten.Bij het boek zat een grammofoonplaatje met stemvoorbeelden. De stemmen
spreken vaak in meerdere talen tot de onderzoeker. Zo bedienen zij zich
in een zin soms van bijvoorbeeld het Lets, het Zweeds en het Duits. De stemmen
nemen het ook niet zo nauw met grammatica- regels en zijn de uitspraken
vaak kernachtig of symbolisch. Maar de boodschap is doorgaans wel duidelijk:
zij zijn de doden en zij maken het (meestal) goed. Deze omschrijving geldt
overigens zowel voor Raudive's stemmen als voor die van Jürgenson.In het boek van Raudive staan ook bijdragen van technici en wetenschappers,
zoals bijvoorbeeld een schema van de vermaarde psychofoon van ir. Franz
Seidl. De opnametechnieken behandelen we elders. |
Chronologische
ontwikkeling van de instrumentele transcommunicatie (bron van dit overzicht: "Instrumentelle Transkommunikation, dialog mit den unbekannten" door E.O. Senkowski) Stemmen op bandopnames 1952 Padre Gemelli tekent, in
het bijzijn van Padre Ernetti, de stem van zijn overleden vader op. Ze
berichten Paus Pius XII hierover. 1959 Friedrich Jürgenson neemt
vogelgeluiden op en ontdekt bij het afspelen zogenaamde 'paranormale'
stemmen. Na 4 jaar experimenteren maakt hij op een persconferentie in
1963 zijn ontdekking wereldkundig. 1965 De Letse psycholoog en filosoof Konstantin Raudive, overtuigt zich bij Jurgenson van de echtheid van het verschijnsel en begint met zijn eigen experimenten in Bad Krotzingen (D). 1967 Thomas A. Edinson spreekt, via het trance-medium Seutemann, over zijn 1928 pogingen om apparaten voor het ontvangen van 'stemmen uit het hiernamaals' te ontwerpen. In Wenen ontwikkelt Seidl de "psychofoon" en Rudolph bouwt voor Raudive een "goniometer". 1970-1971 Bacci en zijn
medewerkers (I) nemen iedere week contact op met communicatoren van
`gene zijde' (dialogen met zogenaamde directe stemmen via de radio). in
Duitsland, ltalië, Oostenrijk en de Verenigde Staten worden grote
verenigingen van geinteresseerden in ITC opgericht. 1987 De filmproducer R. Olsen en F. ]urgenson produceren de videofilm De brug naar de onsterfelijkheid. Directe electro-akoestísche stemmen 1971-1990 Een Italiaanse groep experimenteerders uit Grosseto, die onder leiding stond van Marcello Bacci, ontving aanvankelijk alleen stemmen op de band. Maar daarna kwaroen er ook elekro-akoustische berichten en dialogen. Deze radioberichten werden de afgelopenjaren meestal voorafgegaan door klopgeluiden op de tafel. 1971 De Amerikanen Jones, Meek en Heckmann openen een laboratorium voor de ontwikkeling van een tweeweg-communicatiesysteem om contact met overledenen te kunnen opnemen. 1978 Het medium O'Neil heeft via zijn cassette-recorder korte, duidelijke contacten met een Amerikaanse arts die 5 jaar tevoren overleden was. 1982 Meek deelt over de hele wereld bandopnames uit, die 16 uittreksels bevatten uit de gesprekken van O'Neil met de in 1968 overleden, Amerikaanse wetenschapper Dr. George J. Mueller en een bericht van een paar 100 bladzijden technische details en instructies. 1982-1989 König (D) ontwikkelt verschillende TC systemen, door hoogfrequente heterodyne oscillatoren en infrarode en ultraviolette straling te gebruiken. Dialogen met een groep jong gestorvenen. 1985-1989 Harsch-Fischbach, Luxemburg, vervaardigen met spirituele hulp 2 ingewikkelde ontvangstapparaten. Lange ontvangsten en dialogen komen tot stand. 1987 Härting (D) breidt zijn bestaande TC-apparaat uit en ontvangt maandenlang directe electro-akoestische mededelingen van een transbestaanseenheid ABX-JUNO. 1988 Homes en Malkhoff (D) ontvangen directe stemmen via de radio en televisie. Tweeweg-transcommunicatie over de telefoon 1979 De Amerikanen Rogo en Bayless berichten in Phone Calls from the Dead (telefoontjes van overledenen) over uiterst geloofwaardige gevallen van mensen die via de telefoon met overledenen communiceren. 1981-1983 M. Boden krijgt, na vele onbegrijpelijke telefoonstoringen, contact met overledenen en bestaanseenheden van een niet-menselijke ontwikkelingslijn. 1986 Telefoonstemmen bij Harsch-Fischbach. 1988 Telefoonstemmen bij Homes. 1990 Telefoonstemmen bij Malkhoff. Transcommunicatie via de computer 1980-1981 Boden (D) bericht over spontane, gerichte computerstoringen, die hij toeschrijft aan bekende overledenen. 1984-1986 Ken Webster (GB) ontvangt via zijn computer zo'n 250 boodschappen van een entiteit die beweert in de zestiende eeuw te leven. De meeste zinnen zijn in het oud-Engels uit die tijd opgetekend. Historische details worden aan de hand van de literatuur bewezen. Spookverschijnselen in Webster's huis. Via de computer meldt zich ook een tijd-experimenteergroep uit het jaar 2109. 1987-1989 De Luxemburgse ITC-experimenteerders Harsch-Fischbach hebben via de computer contact met verschillende trans-bestaanseenheden. K. Raudive vervolgens ook. 1988 Computercontacten bij Homes. Televisíe-/videobeelden uit het transgebied 1978 Na jarenlange ITC-experimenten ontvangt Della Bella (I) in aanwezigheid van verschillende getuigen, op het beeldscherm van een televisietoestel de eerste subjectief waargenomen, onder ede bevestigde beelden van bekende overledenen. De beelden waren van tevoren aangekondigd door stemmen op band. Ook andere experimenteerders in verschillende landen zouden verschijningen van overledenen op een beeldscherm waargenomen hebben, maar hadden deze niet vastgelegd. 1985 Na het overlijden van zijn dochter Karin, gebruikt Klaus Schreiber (D) - met technische hulp van Ir. M. Wenzel - een electronisch-optisch teruggekoppeld videosysteem en zijn bandrecorder, om paranormale beelden te kunnen realiseren. In veel gevallen is er identificatie mogelijk door transaudio-contact en beeldvergelijking. ' 1987-1991 Ook andere experimenteerders uit Duitsland, Frankrijk, Luxemburg, Zwitserland en de Verenigde Staten maken melding van transvideo-opnames. 1991 De transcontacten die de experimenteerders Adolf Holmes en Friedrich Malkhoff in Rivenich, bij Trier, hebben, duren voort. Homes legt veel nieuwe gevallen van gelijktijdige beeld- en geluidsontvangst vast. Waaronder het, tot op heden langste, contact van 180 seconden: een standbeeld communiceert via het televisiescherm.
©2000-2002 Leon Stam |